NBBU CAO voor uitzendkrachten 2023

Op 17 november 2021 is er een akkoord bereikt tussen vakbonden en de uitzendbranches ABU en NBBU over een nieuwe CAO voor uitzendkrachten. Hierin zijn diverse wijzigen opgenomen die ingaan per 01-01-2023. Hieronder een overzicht van deze wijzigingen.

NBBU CAO voor uitzendkrachten 2023

Fasensysteem

  • De totale flexibele termijn is verkort van 5,5 jaar naar 4 jaar.
  • Fase 1-2 is verkort van 78 weken naar 52 weken.          
  • Fase 3 is verkort van 6 contracten in 4 jaar naar maximaal 6 contracten in 3 jaar.

Pensioen

De wachttijd is verkort van 26 weken naar 8 weken. Daarnaast is de pensioenpremie aangepast van 2,6% naar 8%.

Uitbreiding inlenersbeloning

De inlenersbeloning wordt verder uitgebreid. Ook de eindejaaruitkeringen zoals een 13e maand, kerstgratificatie en andere eindejaarbeloningen vallen vanaf nu onder de inlenersbeloning.

Inmiddels hebben de vakbonden en uitzendbranches ABU en NBBU een principe akkoord bereikt voor uitzend CAO na 1-1-2023. Dit akkoord moet nog voorgelegd en geaccordeerd worden door de leden van de betrokken partijen. Hieronder een overzicht van de concept wijzigingen die van toepassing zijn zodra dit akkoord definitief wordt gemaakt. De verwachting is dat dit eind januari gebeurt en dat de wijzingen zullen ingaan per 1-7-2023.

 Inschaling

Uitgangspunt bij de inschaling van de uitzendkracht is dat er rekening wordt gehouden met de relevante werkervaring van de uitzendkracht. Dit betekent dat:

  • In het geval er bij de opdrachtgever bij de inschaling van diens eigen medewerkers geen rekening wordt gehouden met de voor de functie relevante werkervaring dan wordt deze toch verzilverd en kan de uitzendkracht niet worden ingeschaald in de onderste / laagste trede van de functieschaal die op hem van toepassing is. In dat geval stelt de uitzendonderneming in overleg met de uitzendkracht en de opdrachtgever vast welke inschaling en trede in de schaal past bij de voor de functie relevante werkervaring van de uitzendkracht.
  • Daarnaast wordt bij terugkeer bij dezelfde opdrachtgever dan wel bij een opdrachtgever binnen hetzelfde cao-gebied in een nagenoeg gelijke functie (gezien diens relevante werkervaring), bij inschaling uitgegaan van minimaal de eerdere inschaling. Mocht er op grond van de inlenersbeloning in de onderbroken contractperiode, waarbij de onderbreking niet meer dan negen maanden betreft, sprake zijn van een trede verhoging dan zal deze trede worden toegekend als ware er geen contractonderbreking geweest.

Periodieken

Periodieke verhogingen worden toegekend op dezelfde wijze als bij opdrachtgever. Als het toekennen van een periodieke verhoging bij de opdrachtgever afhankelijk is van de beoordeling van de uitzendkracht, dan geldt het volgende:

  • De uitzendkracht krijgt altijd een periodieke verhoging toegekend. Behalve als de uitzendonderneming kan aantonen dat de uitzendkracht een negatieve beoordeling conform de regels en procedures bij de opdrachtgever heeft gekregen.
  • Wanneer er geen of niet tijdig een beoordeling heeft plaatsgevonden, dan krijgt de uitzendkracht een periodieke verhoging behorende bij de mediaan van de beoordelingen bij de opdrachtgever.

Uitbreiding inlenersbeloning

De inlenersbeloning wordt per 1 juli 2023 uitgebreid met de volgende elementen:

  • De uitzendkracht heeft recht op alle toeslagen.
  • De inlenersbeloning wordt uitgebreid met alle kostenvergoedingen, ongeacht of deze vrij van loonheffing en premies kunnen worden uitgekeerd volgens de geldende fiscale wetgeving, waarbij het deel van de vergoeding dat niet bij wet gericht is vrijgesteld bruto wordt uitgekeerd.
    Als er door de uitzendonderneming gebruik gemaakt wordt van de WKR of andere gelijksoortige fiscale regeling is het onder de WKR gebrachte bruto bedrag ook het netto bedrag.

Transitievergoeding

Cao-partijen willen dat uitzendkrachten meer duidelijkheid krijgen over een eventueel recht op de transitievergoeding en dat ze langer de tijd krijgen om daar aanspraak op te kunnen maken.

  • De uitzendonderneming is overeenkomstig artikel 7:673 BW aan de uitzendkracht een transitievergoeding verschuldigd wanneer de uitzendkracht daar volgens dit wetsartikel recht op heeft. Als de uitbetaling later dan na één maand na de dag waarop de uitzendovereenkomst is geëindigd geschiedt, is op grond van artikel 7:686a BW over het bedrag van de transitievergoeding wettelijke rente verschuldigd.
  • Vanaf 1 april 2023 geldt dat als de uitzendonderneming de transitievergoeding na 1 januari 2023 conform artikel 7:673 BW niet toekent, de uitzendkracht binnen 12 maanden na de dag waarop de uitzendovereenkomst geëindigd is een verzoek tot betaling kan indienen bij de rechtbank en de uitzendonderneming dan geen beroep kan doen op de vervaltermijn uit artikel 7:686a lid 4 BW.

Arbeidsongeschiktheid

Met ingang van 1 juli 2023 wordt de arbeidsongeschiktheidsbepaling aangepast

  • In de CAO voor uitzendkrachten wordt opgenomen dat de uitzendovereenkomst met uitzendbeding niet automatisch eindigt in geval van een ziekmelding, maar in geval van arbeidsongeschiktheid net als voor de uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding in principe, doorloopt tot de overeengekomen einddatum.
  • de uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt van rechtswege doordat de opdrachtgever om welke reden dan ook de uitzendkracht niet langer wil of kan inlenen. Het einde van rechtswege is in dit geval niet van toepassing bij arbeidsongeschiktheid van de uitzendkracht.
  • Bij een uitzendovereenkomst (met en zonder uitzendbeding) heeft de uitzendkracht bij arbeidsongeschiktheid, zolang de uitzendovereenkomst voortduurt recht op;
  • 90% van het naar tijdruimte vastgestelde loon gedurende de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid en ten minste het voor hem geldende wettelijke minimumloon.
  • 80% van het naar tijdruimte vastgestelde loon gedurende de 53ste t/m de 104e week
  • Als de uitzendkracht in fase A/1-2 (met of zonder uitzendbeding) ziek uit dienst gaat en de uitzendkracht recht heeft op een Ziektewetuitkering, vult de uitzendonderneming deze uitkering:
  • gedurende de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid aan tot 90% van het op basis van het dagloonbesluit werknemersverzekering vastgestelde uitkeringsdagloon;
  • gedurende de 53ste t/m de 104e week van arbeidsongeschiktheid aan tot 80% van het op basis van het dagloonbesluit werknemersverzekering vastgestelde uitkeringsdagloon.
  • Voor de aanvulling op de Ziektewetuitkering kan de uitzendonderneming een verzekering afsluiten of op andere wijze een voorziening treffen. De maximumpercentages die voor deze verzekering c.q. voorziening op het feitelijk loon van de uitzendkracht mogen worden ingehouden, bedragen 0,30% voor Uitzendbedrijven I (kantoorsector en administratief) en 0,70% voor Uitzendbedrijven II (technisch en industrieel).
  • Voor alle uitzendovereenkomsten in fase A/1-2 geldt één wachtdag zonder wachtdagcompensatie.

Rechtspositie

Met ingang van 1 juli 2023 wordt artikel 10 lid 1 sub d aangepast zodat alle opvolgende uitzendovereenkomsten (met en zonder uitzendbeding) bij dezelfde inlener ten minste voor de duur van vier weken moeten zijn aangegaan.

 

30% herzieningsregeling WW-premie bij overwerk

15 December 2022

Over het jaar 2022 kan een werkgever voor het eerst te maken krijgen met de 30%-herzieningsregeling, als hij in 2022 een werknemer heeft die hij meer dan 30% meer uren betaalt dan het aantal contracturen voor dit jaar, bijvoorbeeld door overwerk. In dat geval moet de werkgever begin 2023 de lage premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) over 2022 herzien.

Wetsvoorstel voor certificering van uitzendbureaus heeft haast

13 December 2022

Veel arbeidsmigranten in Nederland werken onder onwaardige omstandigheden. Het is volgens minister van Gennip van groot belang dat het wetsvoorstel waarin verplichte certificering wordt gevraagd zo snel mogelijk wordt ingevoerd. Dit wetsvoorstel moet er voor gaan zorgen dat uitzendbureau de arbeidsmigranten onder goede werk- en woonomstandigheden laten werken.